Piet Buddingh'

Tuesday, May 07, 2013

herlezing eerste testament

Het boek "De duivenhoudsters" heeft mij opnieuw aan het denken gezet over de structuur en achtergronden van het Eerste Testament in de bijbel. De denkwereld van het toenmalige strijdbare jodendom tegenover de wereld van het Romeinse rijk verhelderde voor mij ook de denkwereld van het klassieke Israel zoals die vorm heeft gekregen in de verhalen in het eerste deel van de christelijke bijbel. De inleving van de auteur in die denkwereld rond Massada is onvoorstelbaar diepgaand en de vormkracht om die in woorden om te zetten en structuur te geven is niet minder bewonderenswaardig. Mijn voornemen is dan ook om na dit boek opnieuw de verhalen in het eerste testament te gaan lezen om te ontdekken, in hoeverre die antieke denkwereld ook invloed heeft gehad in deze verhalen. Voor het bijbelgebruik neem ik de bijbelvertaling van het NBG uit 1951 als bron. Het moet haast wel zo zijn, dat dat mogelijk is. Al eerder had ik ontdekt, dat er gedeelten zijn die afkomstig zijn uit nog oudere culturen, die weer ten grondslag liggen aan deze verhalen. Ook in het Tweede Testament moeten die invloeden nog op te sporen zijn; een interessant voorbeeld daarvan komt voor in 'De brief van Judas'; daar hoop ik tezijnertijd nog eens op terug te komen. Bovendien is interessant, dat in de roman de groep van de Essenen uitvoerig ter sprake komt, dit in verband met de personen van Jezus en Johannes de Doper.Maar voorlopig zal ik mij bezig houden met deze historische roman en de speurtocht naar toenmalige invloeden in het Eerste Testament. Heel verhelderend in de roman is voor mij geweest de invloed van de magie in de toenmalige belevingswereld als omvattend kader voor de leef- en denkwereld, een kader, dat mij redelijk vertrouwd voorkomt door mijn verblijf in het v.m Ned.Nieuw- Guinea, waar de magie ook dominant is (geweest). Een concrete ervaring mijnerzijds toendertijd deed zich voor, toen op een avond een kwekeling van de pas opgerichte kweekschool in Hollandia bij mij op bezoek kwam en na enige tijd de vrijheid had om mij te vragen, wat toch het geheim van ons blanke Nederlanders was, dat wij over zoveel goederen konden beschikken; ik reed toen bv. ook al weer een auto; alsof wij het (magisch) vermogen hadden om naar willekeur te beschikken over allerlei zaken, die de Papoea's niet konden bemachtigen. Mij bleef niets anders over, dan om te zeggen, dat wij dat vermogen niet hadden, dat er geen geheim was, maar dat er een heel productieproces aan ten grondslag ligt aan die goederen, te beginnen met het delven van grondstoffen. Voor mij persoonlijk werd de grens tussen magie en rationaliteit bijna tastbaar, zo dichtbij in mijn kamer.   Een voorbeeld uit de roman is de beschrijving van demonen, waarvan de  invloed door het wassen van de handen ongedaan gemaakt kan worden; de reinheid vindt hier een magische verklaring vanuit de klassiek-Joodse belevingswereld, een reinheidsopvatting, die in de 19e eeuw wetenschappelijk ondersteund werd door de ontdekking van de bacterie en nog later van het virus.
Vanzelfsprekend kom je uit bij het boek Genesis als startpunt. Niet alleen komen er verschillende scheppingsverhalen als opening van dit bijbelboek voor, maar ook in het vervolg er van staan fragmenten, die mij al jong hebben geboeid door hun inhoud. Een heel oude bron  van buiten  het boek moet er volgens mij aan het gedeelte in Gen. 6 vers 1 t/m 4 ten grondslag liggen; ik citeer:"Toen de mensen zich op de aarde begonnen te vermenigvuldigen en hun dochters geboren werden, zagen de zonen Gods, dat de dochters der mensen schoon waren, en zij namen zich daaruit vrouwen, die zij maar verkozen.(...) De reuzen waren in die dagen op de aarde, en ook daarna, toen de zonen Gods tot de dochters der mensen kwamen, en zij hun (kinderen) baarden; dit zijn de geweldigen uit de voortijd, mannen van naam". Maar er is in deze verhalen toch ook een voorbeeld van een vogel, een duif, die door Noach uit de ark wordt vrijgelaten en symbool staat voor de tot standkoming van een nieuwe, vreedzame wereld. De duif die terug komt in het magnifieke verhaal van Jona, wiens naam ook'duif' betekent en die moet ontdekken, dat de 'vrede' van zijn God ook geldt voor de vijand van Israel, de stad Nineve. Dat zelfde symbool keert terug in het Tweede Testament, als bij de doop van Jezus door Johannes de Doper in de Jordaan de Geest van God op Jezus neerdaalt in de gedaante van een duif., de duif, die vele eeuwen later na een rampzalige twintigste eeuw 'boven' Europa terugkeerde in de  vredesduif van Picasso, waaromheen nog steeds een glans hing van het oude, magische verlangen van de mens naar een nieuwe wereld na de ruines van een technologisch bepaalde wereld en na de moord op miljoenen, Joodse Europeanen en minderheden als de Roma's.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home