Piet Buddingh'

Monday, November 29, 2010

Europa en de teloorgang van de 'Bildung'

Reeds geruime tijd wordt in de diverse media een fundamentele discussie gevoerd over het van oorsprong Duitse begrip 'Bildung'. Door mijn aanduiding 'van Duitse oorsprong' geef ik aan het begrip een bepaalde achtergrond en karakterisering, waarvan namen van belangrijke cultuurdragers als Goethe, Schiller, Bach, Beethoven, Heinrich Heine, Hegel. Schopenhauer, Nietzsche, deel uitmaken. Het begrip kan niet los gezien worden van de Verlichting als culturele uiting van de Franse bourgeoisie. En daarmee verbinden wij het begrip enerzijds sociaal met het ontstaan van de niet- feodale verhoudingen en structuren in de samenleving, maar anderzijds scheiden wij het begrip van de denkstructuren van Marx en Engels, het marxisme.

'Bildung' straalt enerzijds verzet uit tegen het feodale ancien- regime en anderzijds een gunstige, positieve levenshouding van een zelfbewust geworden samenleving, waarin een intellectuele elite de beeldvorming bepaalt in een nieuwe, burgerlijke gezagsstructuur; daarmee is de burgerij er in geslaagd het begrip te hanteren als vervanging van het feodale koningsschap, dat in het ancien- regime symbool was voor een culturele identiteit van de samenleving.

Als ik het begrip 'Bilding' moet definieren, wil ik het omschrijven als:"een beschavingsideaal, een cultureel ideaal, dat bepaald wordt door een harmonische, veelzijdige ontwikkeling van de menselijke persoonlijlkheid in sectoren als muziek, literatuur, toneel , dans, beeldende kunsten, wetenschap en politiek." 'Bildung' vormt als begrip een romantisch- humanistisch kader voor een mensbeeld, dat een voortzetting is van de Grieks- humanistische traditie uit de Oudheid en de herleving daarvan, geconcentreerd rond 'de humaniora', in de Renaissance. Sociaal gezien is een opvallend aspect van deze stromingen dat de er bij behorende elite zich bewust is van de 'roeping' de samenleving te leiden en te verheffen via de vorming door onderwijs, voorlichting over 'het nut' ervan voor de algemene bevolking: 'de culturele elite' als voorbeeld in gedrag en ontwikkeling. Vandaar dat deze intellectuele bovenlaag aanspraak, invloed wil hebben op het politieke beleid via een begin van stemrecht op de democratie.

'Bildung' heeft zo een sterk burgerlijk karakter, dat rond de vorige(!) eeuwwisseling sterk opkwam en waarvan in de literatuur Thomas Mann met zijn werken als een belangrijke vertegenwoordiger wordt beschouwd, bv. in zijn beroemde roman 'De Buddenbrooks'. Bij zijn emigratie uit Duitsland was een bekende uitspraak van hem:"Ik ben het ware, het echte Duitsland", waarmee hij zijn werk in de traditie van de oude 'Bildung' plaatst.

In de huidige discussie rond de organisatie "Nexis" met als belangrijke woordvoerder dr. Riemen wordt ook de roman "De Toverberg"/ 'Der Zauberberg' genoemd. Inderdaad worden in deze roman uitvoerig de gedachten, discussies weergegeven van personages als representanten van stromingen, die betrekking hebben op de 'Bildung'. Maar voor mij ligt de kern van deze roman niet in de uiteenzettingen, maar toch vooral in het slot er van: als de hoofdfiguur verdwaasd ronddoolt op de slagvelden van het Westelijk front in de Eerste Wereldoorlog; de auteur ontmaskert daarmee tevens de titel van de roman 'Der Zauberberg' als een illusoire, fictieve wereld, los van de werkelijkheid en schuwt daarbij niet de ironie, al ontbreekt in zijn roman wel het ironische mededogen en de desillusie van de roman van Erich Maria Remarque:"Vom Westen nichts neues", een desillusie die ik ook herken bij de oud- officier en dichter Martinus Nijhoff als hij dicht:"Lach en stoot glazen stuk tegen elkander". Blijft voor mij toch ook de vraag, of Thomas Mann de diepe crisis voorvoeld heeft, toen na de Tweede Wereldoorlog de werkelijklheid van de concentratie-kampen en de genocide op minderheidsgroepen als de Roma's en met name op het Europese jodendom zichtbaar werd, een verbijsterend dieptepunt in de Europese cultuurgeschiedenis.Die werkelijkheid onderstreept m.i. ook de teloorgang van het begrip 'Bildung'.

Maar er is ook een andere oorzaak voor het teloorgaan van het begrip, nl. de aanspraak van het marxisme- leninisme- communisme op 'de dictatuur van het proletariaat', de dictatuur van' de boeren- en arbeidersstaat' als historische opvolger van de burgerlijke, kapitalistische beschavingsperiode. Die golf van neo- marxisme bereikte in de zeventiger en tachtiger jaren onder de intellectuele elite in West- Europa een 'hoogtepunt':" de muur als historische noodzaak"; maar de ontluistering ervan zette in na de dood van Stalin en werd volledig voltooid door de ontdekking van de Stalinistische terreur en de Goelag- archipel; in dit opzicht is de democratie in West- Europa opnieuw ontsnapt aan de dictatuur, waarvan de dreiging nog versterkt werd door een heftig anti-Amerikanisme. En geconstateerd mag worden, dat de kapitalistische democratie wel veel welvaart heeft gecreeerd,(maar ook een zeer geweldadig karakter kan hebben.) Maar de invloed van het neo- marxisme was wel groot: woorden als 'elite' waren onbruikbaar en na de elitaire, sociale structuur werd gewerkt aan een 'platte' structuur, gericht op de emancipatie van de 'onderklasse' in de samenleving als vervanging van de klassieke traditie:"jullie (rechts-)orde is de onze niet".

Niet verwonderlijk is het, dat na deze tweevoudige, culturele verwoesting opnieuw de roep om een nieuwe 'Bildung' klinkt. Die roep kan uiteindelijk een aanwijzing zijn voor de vitaliteit van de burgerlijke cultuur, die als een Phoenix uit zijjn as kan herrijzen. Maar de 'Umwelt', om in het Duitse jargon te blijven, is grondig en definitief veranderd. De invloed van de Amerikaanse cultuur is overal aanwezig: op het gebied van de film,de muziek, de show- business als de musical, de song-festivals. Blijft de vraag, of in deze nieuwe verschijningsvormen de oude, klassieke traditie toch weer herkenbaar is; ontstaat er toch weer een nieuwe, culturele elite, die zich bewust is van zijn positie als richtinggevend voor de culturele ontwikkelingen en ondersteund wordt door een verdergaande democratisering van de samenleving? Duidelijk is wel, dat de feodale positie van het erfelijk koningsschap in deze context 'een Fremdkorper' is en strijdig met een zelfbewuste, ontwikkelde bovenlaag; is de merkwaardige invloed/ rol van het recente koningsschap een laatste opflikkering voorafgaand aan de dood van de oude feodaliteit?

Maar de veranderingen zijn nog omvangrijker door het besef, dat het oude en nieuwe Europa na het kolonialisme deel is gaan uitmaken van de 'global village', niet alleen op planetair niveau, maar ook door de immigratie in de wijken van de grote en middelgrote steden in Europa. De roep, niet om een 'nieuwe sterke man', maar om een aansprekende, culturele elite betekent vooral, dat aan het begrip 'Bildung' een eigentijdse inhoud wordt gegeven. In die roep om 'Bildung' zit een romantisch element, dat gevoed wordt door het besef in brede lagen van de volkeren, dat de hoogontwikkelde, welvarende, technologisch bepaalde, kapitalistische samenleving een verschraling van het oude begrip 'Bildung' is:kan de humanistische traditie bijdragen aan de ontwikkeling van een wereld- humanisme, waarvan solidariteit met andere volken een element is?(Zie ook mijn 'Naar een mondiaal humanisme' van juni 2009). Een ding is wel duidelijk: de moderne visuele massa- media dragen daar vrijwel niet aan bij, integendeel, die ondersteunen alleen maar de alledaagsheid in de uitzendingen door hun introverte nietszeggendheid: blijkbaar 'is the medium nog steeds the message', terwijl de roep om amusement, verstrooiing de boventoon voert en de roep om 'Bilding' volledig overstemd wordt. Of wordt 'Bildung' in culturele zin hier synoniem voor verstrooiing, amusement?

0 Comments:

Post a Comment

<< Home