Piet Buddingh'

Friday, December 28, 2007

Een Kerstinterpretatie

Het komt mij voor, dat het gedicht van W.A.P.Smit over het kerstgebeuren en zoals het geciteerd is in mijn ego-document, een diepere interpretatie toelaat.
Daarom zal ik het gedicht hier eerst citeren.

KERSTFEEST

De oude stal was kil van vocht
En angstig in lantarenschijn-
Maria, na den langen tocht,
Was bleek van moeheid en van pijn.

Zij rustte op het harde stro
En droeg een glimlach wonderbaar
En merkte Jozefs liefde no,
Onhandig zorgend over haar.

Maar aan den hemel ging een ster
En dreven zangen op den wind,
Want lanzaam kwamen van heel ver
Drie wijze mannen om een kind.

Zo, in de armoe onzer ziel,
Zijt Gij geboren onverwacht,
En 't licht dat rond Uw hoofdjen viel
Staat als een ster in onzen nacht.


Naar de vorm is het gedicht geen sonnet; toch zit er in het gedicht een duidelijke chute, nl. tussen de derde en de vierde strofe. In strofe 1 tm 3 schetst de dichter achtereenvolgens de situatie in de stal en de komst van de Wijzen uit het oosten.
In de eerste twee strofen wordt de situatie gedomineerd door Maria, die vermoeid van de reis uitrust op 'het harde stro'; als begeleidende figuur treedt Jozef op; geheel in de lijn van de verhaaltraditie is Maria de centrale figuur.
In de derde strofe is de lezer buiten onder de heldere hemel en een stralend sterrenfirmament; die ruimte wordt opgeroepen door de versregel: 'en aan de hemel ging een ster', een bewegend element in de ruime met sterren bezaaide hemelkoepel, een gewelf als het ware dat gevuld wordt door gezang van engelen, golvend op de wind. En op de vloer, de bodem van het gewelf vanuit de verte, de woestijn, de naderende drie koningen op hun rijdieren, de kamelen en de geschenken.
Alle drie strofen passen volmaakt in het traditionele kerstverhaal uit Lucas.

Maar dan komt de 4e strofe na de chute. We stappen als het ware uit het traditionele tafereel, dat we ook herkennen in talrijke middeleeuwse schilderijen en komen terecht in de huidige wereld van de dichter zelf: 'onzer ziel' en 'onze nacht'. Maar dan een abstractere wereld dan die van de eerste strofen; toch is het verbindende element voor en na de chute de ster; de ster die mee gereisd is de vele eeuwen door tot in de moderne tijd. M.i. ligt in deze persoonlijke benadering van het verhaal door de dichter de kern van het gedicht. En die kern is volgens mij van psychologische aard; eerst weer een citaat:

Zo, in de armoe onzer ziel,
Zijt Gij geboren onverwacht,

Eigenlijk moeten we lezen;(Zo), in de armoe onzer ziel,
Zijt Gij geboren (onverwacht),

In deze twee versregels verwoordt de dichter de bewustwording , de doorbraak naar zijn bewustzijn van 'de hoop'; het kerstgebeuren als metafoor voor een existentiele ervaring bij de
dichter, die zich bewust is geworden, dat zijn ervaring van 'de hoop' staat in een eeuwenlange traditie van ver voor het begin van de jaartelling en al verwoord is in de vele joodse visoenen uit het eerste testament, zoals het visioen van 'het omsmeden van de zwaarden tot ploegscharen'.En de twee laatste versregels zijn opnieuw een magnifieke metafoor voor dit tijdsbegrip. Eerst maar weer een citaat:

En 'tlicht dat rond Uw hoofdjen viel,
Staat als een ster in onzen nacht.

Het is in de bewustwording van de dichter de ster in zijn eigen bewustzijn, die de eeuwen door terug gaat op Bethlehem en via Bethlehem op het eerste testament: zoals in het verhaal over Bileam. Daarin voorspelt deze Oosterse(!) magier tegenover Balak, de vijand van Israel:"Zie er zal een Ster opgaan in Jakob..." En wellicht nog veel verder terug op ons onbekende culturen, waarin de sterren een grote rol speelden, zoals in het oude Egypte, zij het dan met een nieuwe joodse lading naar de menselijke samenleving toe.De geboorte van 'de hoop', die in een duistere, uitzichtloze, gewelddadige wereld de ongebroken kracht is geweest binnen het jodendom, maar tegelijkertijd binnen het christendom een grote cultuurscheppende kracht is geworden, die de bron is van de bloeiende Europese en Westerse cultuur anno 2000.
En dat de sterrenhemel in die oude culturen zo'n grote rol speelde, komt door de toen nog overweldigende sterrenmassa's in de donkere (woestijn)- nachten. Wij kennen dat niet meer door de enorme lichtvervuiling.
Maar je kunt je tenslotte ook afvragen, of de ster inmiddels Europa niet definitief verlaten heeft en doorgereisd is naar andere werelden zoals Afrika. Want soms moet ik ook denken aan de ondergang van het oude Babel, zoals daarvan verteld wordt in het boek Daniel: als er op de muur van de feestzaal in Babel bij koning Beltsasar een hand verschijnt, die schrijft:

Mene,Mene,Tekel, Ufarsin,
Geteld, gewogen en te licht bevonden.

Toen Beltsasar, zich onaantastbaar wanend, op dat feest de heilige vaten uit de tempel in Jeruzalem misbruikte, voltrok zich de ondergang: juist in die nacht viel Babel in handen van de Meden en Perzen en werd Beltsasar ' koning der Chaldeeen' gedood.
Opnieuw een indrukwekkende metafoor die m.i. betrekking heeft op de menselijke wereld van deze planeet, ook in onze tijd.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home