Piet Buddingh'

Thursday, April 24, 2008

Het nederlandse imperialisme en kolonialisme in het Indonesische kinder- en jeugdboek 6

21. Titelbeschrijving
"Cut Nyah Dien"= Prinses Nyah Dien; geschreven door Deddy Armand en uitgegeven door Pustaka Kartini- Jakarta; het betreft de 4e druk van 1987 en kost Rp. 1200,-.Bestemd voor jongeren van 14/15 jaar.

Inhoudsbeschrijving
Cut Nyah Dien werd omstreeks 1859 geboren in Lampadang- Groot Aceh. Haar vader was Nanta Setia, Ulebalang VI Mukum en een broer van Teuku Mahmud, vader van Teuku Umar. Cut Nyah Dien was dus een nicht van Teuku Umar. Hun grootvader Nanta Ah was afkomstig uit Minangkabau, dat aan Aceh grenst.Op 12- jarige leeftijd werd zij uitgehuwelijkt aan Ibrahim Lamnga.
In het boekje komen vervolgens ter sprake het Londens Tractaat van 1824, waarin Nederland zich tegenover Engeland verplicht de onafhankelijkheid van Aceh te respecteren. In het Sumatra- tractaat van 1871 vervalt deze overeenkomst. Vreemde volkeren maken regelingen naar hun luimen om de wereld te overweldigen. Maar de bevolking van Aceh was klaar voor de strijd; sultan en volk zijn nl. in het hart getroffen. Volgens Hollandse, militaire deskundigen zou Aceh slechts met een oorlog onderworpen kunnen worden.
Als Hollandse soldaten de moskee 'Baitul Rakhman' in brand steken, kent de woede geen grenzen meer; de naam betekent 'Huis van de Heer'. Cut Nyah Dien schreeuwt het uit:"Hai alle mensen van Aceh, die geloven...De naam van Allah wordt besmeurd. Zijn er nog mensen in Aceh, die de heidenen hun zonden willen vergeven?" De Hollanders worden met grote verliezen terug geslagen. Maar zij komen terug met nog eens 8000 man, 60 schepen, meer dan 20 mortieren en meer dan 200 stuks artillerie. Generaal Van Swieten landt op 9 december 1873.
Aan Acehse zijde strijden Teuku Umar, Raja Pidie, Ulebalang Nanta Setia, vader van Cut Nuyah Dien, Panglima Polim, Ulebalang Bait, Imam Longbata en Teuku Ibrahim Lamnga, echtgenoot van Cut Nyah Dien. Teuku Noh was een verrader. De moed van het volk en de soldaten van Aceh was een verschrikking voor de Hollandse soldaten.
In december 1875 vallen de Hollanders het district van de vader van Cut Nyah Dien aan. Zij vlucht met haar kind naar de bergen. Alles wordt door de Hollanders plat gebrand. Op 29 juni 1878 sneuvelen haar zwager en haar man. Zij voegt zich nu bij de guerilla's.
Teuku Umar en Nanta Setia besluiten samen te werken. Teuku Umar trouwt met Cut; district VI Mukim komt weer onder het gezag van Nanta Setia. Dan kiest Teuku Umar in 1891 de kant van de Hollanders om wapens te ontvangen. Maar op 13 maart 1896 valt hij , tot grote vreugde van Cut opnieuw de Hollanders aan. Dezen voelen zich verraden en zijn woedend; kolonel Van Heutz komt uit Batavia. Op 11 februari 1899 sneuvelt Teuka Umar voor de ogen van Cut. Zij neemt de leiding over en begint een nieuwe guerilla, maar de Hollandse marechaussee kent na 20 jaar het terrein goed. De gezondheid van Cut gaat door het zwerven hard achteruit. Pang Laot neemt uit medelijden met haar contact op met de Hollanders. In oktober 1905 wordt de zieke, half blinde en reumatische Cut Nyah Dien gevangen genomen. Zij wordt verbannen naar Sumedang/Java. De goede behandeling door de Hollanders is uit tactische overwegingen gedaan. Op 6 november 1908 sterft zij.
De titel "Nationale Held van de Republiek Indonesia" is gepast voor een Acehse heldin, die vrees inboezemde bij, strijd voerde tegen, maar ook geeerd werd door haar tegenstanders.

Illustraties
Op het omslag staat een wilskrachtige vrouwenfiguur met op de achtergrond elkaar bestrijdende Hollandse en Acehse strijders. De illustraties volgen de opeenvolgende fasen in het leven van Cut Nyah Dien en gevechtssituaties uit de bloedige Aceh- oorlogen.

Commentaar (1)
Cut Nyah Dien is een stimulerende kracht geweest in een bepaalde periode van de Aceh- oorlog. Opmerkelijk is, dat Deddy Armand steeds uitvoerig de ontluikende aantrekkelijkheid en de verfijnde manieren van zijn heldinnen beschrijft.(zie ook hierna: Cut Neutia). Hij geeft ook steeds de aanzienlijke afstamming weer: dat wijst op feodale invloed. De beschreven verwoesting van de moskee "Baitul Rakhman" is volgens Paul van't Veer een vergissing geweest, maar was het sein van een nieuwe guerilla.
Interessant is de periode rond Teuku Umar. Hij kiest de zijde van de Hollanders o.m. door de noodzaak om zijn peperoogst uit te voeren en krijgt de titels: Panglima Prang Besar teuku Djohan Pahlawan: Grote Opperbevelhebber Universele Held. Kolonel Deykerhoff hoopte via een linie vrede te stichten in Aceh. Hij bewapent Teuku Umar en geeft hem 300 (moderne) achterladers, 500 (oude) voorlaadgeweren, 25000 patronen, 500 kilo kruit, 1200 slaghoedjes, 5000 kilo lood en 1600 Spaanse daalders als 'krijgskas'. Teuku Umar zal dan met andere Acehers verantwoordelijk zijn buiten de linie. Maar een andere Hollandse commandant provoceert (bewust?) de Acehers en dat doet de oorlog weer in alle hevigheid oplaaien.
De opmerking van Armand, dat de Hollanders Cut Nyah Dien uit tactische overwegingen voorkomend behandelden, is strijdig met zijn slotopmerking.
Madelon Szekely- Lulofs plaatst Cut Nyah Dien tegenover Kartini (2). Zij ziet beide vrouwen als 2 grote persoonlijkheden, die op geheel verschillende wijze uitdrukking geven aan hun positie als vrouw in een koloniale samenleving.
Dat de oorlog in Aceh bloedig is geweest, blijkt uit de verliescijfers die ik geef bij IV, 22 a+b aant.; Aceh bleef tot 1942 onveilig.

22.Titelbeschrijving
a."Cut Nyah Meutia"= 'Prinses Nyah Meutia"; geschreven door Deddy Armand en uitgegeven door Garuda Metropolitan Press- Jakarta; het betreft de 1e druk van 1984 en is bestemd voor jongeren van 14/15 jaar oud; het kost Rp. 1200,-.
Van deze uitgave heb ik het 'Voorwoord' gebruikt voor mijn 'Commentaar'.
b."Cut Meutia, the brave Pearl of Aceh"= Prinses Meutia, de moedige parel van Aceh; geschreven door dra. Maria Elvira en bestemd voor leerlingen, die gevorderd zijn in het Engels. De uitgever is Gramedia- Jakarta en het betreft de tweede druk van 1990; de prijs is Rp. 1200,-.Deze uitgave heb ik gebruikt voor de inhoudsbeschrijving.

Inhoudsbeschrijving
De hoofdpersoon Cut Media heeft een belangrijke rol gespeeld in de late fase van de Aceh- oorlog. Zij was de dochter van het districtshoofd Teuku Bem Daud in Perak/ Pasai in Oost-Aceh.
In 1903 sloot de koning, sultan Daud, na 30 jaar vrede met de Hollanders. Toch ging de guerilla door tot 1942(!). In de periode van 1903- 1910 speelt Cut Metua een belangrijke rol.
Maria Elvira beschrijft botsingen tussen de Acehers en het KNIL, later de marechaussee, waarbij Teuku Muhammed, Cut Meutia's eerste echtgenoot, gedood wordt. Zij en haar zoontje Raja Sabil ontkomen.
De Nederlanders willen een overeenkomst sluiten en wanneer Teuku Cik Tunong, Cut Meutia's 2e echtgenoot, daarop ingaat, is er een jaar vrede. Echter, een nieuwe overval op Hollandse militairen, die in een Islamitisch gebedshuis overnachten en waarbij alle militairen op een na worden gedood, maakt daar een einde aan. Wanneer Teuku Cik Tunong ingaat op een uitnodiging tot een gesprek met de Nederlanders, wordt hij gevangen genomen en gefusilleerd. Cut Meutia verwacht dan haar 2e baby.
Na de dood van de baby keert zij terug bij de guerilla, gedreven door een diepe afkeer van de Hollanders. Zij huwt opnieuw, nu met Pang Nanggroe. Zij overvallen treinen, maar de grote jacht wordt nu op hen ingezet. In 1910 komt de marechaussee hen op het spoor: op 26 september valt Pang Nanggroe en op 24 oktober Cut Meutia. Haar vijf jaar oude zoontje kan nogmaals ontsnappen.
Het slot luidt:"..Toen schoten drie soldaten haar neer. De dappere parel van Aceh, met haar lange, zwarte haar, dat neerviel tot op haar rug, viel langzaam op de grond. Haar rijke rode bloed bedekte de aarde van Aceh, de aarde die zij lief had en waarvoor zij zo dapper streed".

Illustraties
Het kleurrijke omslag van de Engelstalige uitgave toont een gevechtssituatie met Cut Meutia in het centrum en Hollandse marechaussees op de voorgrond. Op de achtergrond is een ontspoorde trein zichtbaar. De andere zijn in zwart- wit en tonen Cut Meutia als opgroeiend meisje thuis, dat verlangt naar de strijd, Cut Meutia in het bos met haar eerste kind, opeenvolgende gevechtssituaties, de terechtstelling van haar tweede echtgenoot en haar dood.

Commentaar
Het 'Voorwoord' van de Indonesische uitgave bevat interessante gegevens over de doelstellingen van de serie"Nationale Helden". De uitgever signaleert erosie van patriottische gevoelens en nationale trots bij adolescenten en jong- volwassenen, een groeiende afstand tussen de 'oorlogsgeneratie' en jongeren in 1984. Om gevoelens van gerechtvaardigd patriottisme en terechte trots te voeden en om de kloof tussen de generaties te overbruggen heeft de uitgever deze serie opgezet. Hij hoopt een bijdrage te leveren aan de vorming van een volgende generatie als enthousiast volgeling van de Pancasila.
De inhoud van deze uitgave is romantisch van toonzetting: door de tegenstellingen aan te zetten heeft Deddy Armand geprobeerd tegemoet te komen aan de wensen van de uitgever. De gekleurde illustraties doen dat zeker.
De Engelstalige uitgave is soberder, ook in het materiaal, en geeft de feitelijke gebeurtenissen op een vertrouwenwekkende wijze weer. Het perspectief bij dra. Maria Elvira ligt volledig in de Acehers.
In deze langdurige en smerige oorlog, Van Daalen wordt van oorlogsmisdaden beschuldigd, hebben de militairen en de gevreesde marechaussee meermalen gewankeld. Het boekje deed me soms denken aan de 'Bosgeuzen' in de 80- jarige oorlog tegen Spanje. Het zou de ironie ten top gedreven zijn, als in deze jaren (tot 1942) op Indonesische scholen, bv. in Aceh- Kota Radja, verplicht over deze Nederlandse patriotten verteld moest worden!
In tegenstelling tot Deddy Armand poogt Elvira niet deze oorlog te veralgemenen tot een Indonesische oorlog.
Nederlandse tijdgenoten in het vroegere Nederlands- Indie schrijven eveneens reeel over deze oorlog, bv. dr. J. Groneman over militairen, geronseld in Harderwijk,'het gootgat van Europa' en op weg naar hun bestemming Indie:".. de dodelijke vermoeienissen van een guerilla- oorlog in tropische strandbossen en moerassen"(1). En E. du Perron geeft een scherp beeld van de SS- achtige elite- officier-avant- la- lettre aan Nederlandse zijde:"..Maar als je op het kerkhof staat van Peutjut,..dan heb je geen spatje lef meer, dat verzeker ik je: dan sta je daar met je decoratie op je borst en je zegt:"UED's onderdanige dienaar. UED's onderdanige, kloterige dienaar".(2)
Op zijn eigen wijze heeft H.C.Zentgraaf de laatste jaren van Cut Meutia beschreven(4). Hij vermeldt, dat Pang Nanggroe onder de Hollanders bekend stond als "de Watergeus'! In de wat gezwollen taal van Zentgraaf wordt het sein voor de laatste aanval gegeven 'door een slanke, blanke vrouw.."(blz. 137), terwijl Maria Elvira over Cut Meutia schrijft:".. she had beautiful dark skin"(pag. 1). Houdt de opmerking van Zentgraaf misschien verband met zijn extreem- rechtse, politiek opvattingen tussen de beide wereldoorlogen?

Aanduiding van de thematiek
Informatieve thema's: :1.1. nationale trots
1.3. moed
Politieke thema's 2.2. nationale helden
2.5. bestrijding van imperialisme en kolonialisme

23."Bandung lautan api"= Bandung zee van vuur; geschreven door Deddy Armand en verschenen in de serie "Perang kemerdekaan Indonesia"= Oorlog om de bevrijding van Indonesie. De uitgever is P.T. Garuda Metropolitan Express- Jakarta; het betreft de eerste druk van 1984 en kost Rp. 1200,-.

Inhoudsbeschrijving
In het 'Voorwoord' schrijft drs. Lukman Umar, dat de tijd als een kloof nieuwe generaties dreigt te scheiden van de generatie uit de vrijheidsstrijd. Het boekje gaat over gebeurtenissen tussen begin augustus 1945 en maart 1946.
Bijna 350 jaar werd onze archipel gekoloniseerd door de Hollanders, Engelsen en Japanners. De nederlangen van vroeger werden de lessen voor de latere vrijheidsstrijders.
De jongeren vooral dienen de idealen van de vrijheid; ook in Bandung organiseren zij een ondergrondse. Van de Japanners krijgen Indonesische jongeren een para- militaire training; ook jongeren uit het KNIL voegen zich bij de ondergrondse. Zij staan volledig achter het tweemanschap Sukarno- Hatta.
Als op 17 augustus 1945 in Jakarta de onafhankelijkheid wordt geproclameerd, wordt dit nieuws via de radio in Bandung en de journalistiek verspreid, ook naar het buitenland. Het enthousiasme vlamt op: de bewapening bestaat uit bambu- runcing, klewangs, speren, geweren, pistolen, granaten. Er worden wegversperringen gemaakt.
Op 22 augustus wordt een organisatie Bescherming Bevolking opgericht, oa. door Abdul Harris Nasution. Op 2 september tijdens een grote bijeenkomst op de aloon- aloon lopen Japanners gewapend rond, maar willen geen wapens overdragen aan de vrijheidsstrijders.
Dan komen de geallieerden; of zijn dat vermomde Hollanders? Na incidenten verbiedt de geallieerde commandant het dragen van wapens door niet- militairen. Aanvallen op hen volgen en onder de ruines van de gebouwen liggen geallieerde soldaten. Dan ontstaat nieuwe verwarring bij een grote banjir. Jongeren weigeren Noord- Bandung te ontruimen. Op 24 november wordt het Regiment van de 24e november gevormd. Dan volgt een strijd om Zuid- Bandung. Van de Centrale regering in Jakarta komt het bevel om 11 km. terug te trekken; op zondag 24 november vindt de ontruiming plaats.
Tienduizenden , ook burgers, trekken weg naar het zuiden en in de avond klinken in de stad overal explosies. Bandung, het Parijs van Java, brandt. Naar aanleiding van dit oorlogsgebeuren dicht Mohamed Toha het strijdlied "Hallo Hallo Bandung". Echter nog vele offers zullen gebracht moeten worden door de 'bloem van de natie'.

Illustraties
Het omslag toont aanstormende soldaten van Indonesische strijdkrachten tegen een achtergrond van brandend Bandung en het karakteristieke gebouw van Gedung Isola of het Palace- hotel. Ook alle andere illustraties zijn aktie- opnames; bajonet- oefeningen, rondrijdende jongeren met een megafoon(!?), wegversperringen, confrontaties met Japanners, de dreigende uitstraling van de aankomst van geallieerde soldaten, een alles verwoestende banjir en tenslotte de wegtrekkende strijdgroepen en bevolking met in de vallei brandend Bandung. De illustraties verlevendigen het verhaal.

Commentaar
Nadrukkelijk wordt de bevrijdingsoorlog geplaatst in het kader van de vroegere opstanden onder leiding van oa. Javaanse prinsen. De vrijheidsstrijd van 1945 en daarna wordt zo in een feodaal beinvloede traditie geplaatst.
Het boekje geeft inzicht in de mogelijkheden tijdens de Japanse bezetting om te komen tot de vorming van Indonesische, ondergrondse verzetsgroepen als voorbereiding op dee vrijheidsoorlog na het vertrek van de Japanners. Stap voor stap wordt de groeiende spanning tussen Indonesische strijdgroepen enerzijds en de Japanners en Geallieerden anderzijds opgebouwd naar de climax van de brandende stad als resultaat van 'de verschroeide aarde'- taktiek, en het ontstaan van het beroemd geworden strijdlied "Hallo Hallo Bandung". De weergave in het boekje van beide gebeurtenissen vormt in feite een camouflage voor de onvermijdelijkheid van de ontruiming van Bandung.
De Nederlandse versie van "Hallo Hallo Bandung" is een vooroorlogs cabaret- liedje, een 'smartlap in het jargon, van Willy Derby in verband met de tot standkoming van de eerste telefoonverbinding tussen Nederland en Bandoeng/Ned.Indie. (1)
De dichter/ com[ponist van de Indonesische versie op het thema "Hallo Hallo Bandung" uit 1946 is onduidelijk. Deddy Armand noemt Mohammad Toha(blz. 33), maar in het bundeltje "Kidung Ceria" = 'Vrolijke ballades'(1b) worden tekst en melodie toegeschreven aan Ismael Marzuki. De Indonesische tekst getuigt van een creatieve verwerking van het thema naar de eigen tijd en de eigen omstandigheden in 1946. De tekst heeft een voorspellende geladenheid: eens komen wij terug! en luidt:

Hallo Hallo Bandung

Hallo Hallo Bandung, Ibukota Priangan
Hallo Hallo Bandung, kota kenang- kenangan
Sudah lama beta tidak berjumpa dengan kau
Sekarang telah menjadi lautan api:
Mari Bung, rebut kembali!

In Nederlandse vertaling:

Hallo Hallo Bandung, hoofdstad van de Preanger
Hallo Hallo Bandung, stad vol herinneringen
Lange tijd zal ik je niet ontmoeten
Nu je bent geworden een zee van vuur
Kom, Bung, wij komen vechtend terug!

Deddy Armand verbloemt niet, dat in deze maanden aan Indonesische zijde grote onzekerheid bestond als gevolg van gebrek aan informatie over de geallieerden in Bandung, die voor Nederlanders werden aangezien, en als gevolg van een overstroming. Een voorbeeld is de Indonesische houding tegenover de RAWPI.
Deze groep organiseerde de repatriering van o.m geallieerde krijgsgevangenen; geen wonder dat hun verhouding met de Japanners goed was. Verwarring kan ook ontstaan zijn, doordat in oktober 1945 de Britse leden van de RAWPI vervangen werden door Nederlandse; er waren ook Nederlandse militairen en burgergevangenen in Japanse kampen! Van de Nederlandse auteur F.J.Friedericy is bekend, dat hij als officier bij de RAWPI opdracht had de repatriering van duizenden Indonesiers te organiseren, die door de Japanners gedwongen waren te werk gesteld(2). De stormachtige gebeurtenissen in Surabaja zijn waarschijnlijk ook oorzaak geweest voor gevechten elders, zoals in Bandung. Dat een man als Nasution uit deze chaos van de bersiap- tijd een geordende Siliwangi- divisie heeft georganiseerd, dwingt respect af.(3). Men kan bewondering hebben voor de moed aan Indonesische zijde, maar was dat niet ook roekeloosheid tegenover getrainde militairen uit de Pacific- oorlog tegen Japan? Zijn er geen mensenlevens verspild?
Een analoog geval aan Nederlandse zijde is bekend: de beroemde 'Slag in de Java- zee' is een mythe, want een foute beslissing van de toenmalige vice- admiraal Helfrich wegens het ontbreken van luchtbescherming door Nederlandse jachtvliegers tegen Japanse luchtaanvallen op het eskader. Het 'Ik val aan, volg mij!' versluiert de kritiek van Doorman zelf op Helfrich en het onnodig verlies aan mensenlevens. De afloop is bekend.(4) Zoals ook het verzonnen verhaal over het 'bevel' van Doorman.
In ruimer verband geeft de situatie van de strijdgroepen rond Bandung ook enigszins zicht op de positie van de legendarische guerilla- generaal Sudirman op Midden- Java. Vermoed kan worden , dat ook elders de guerilla de politiek in groter verband frustreerde. (Zie ook onder: Commentaar bij 5 en 25).
Armand gebruikt tenslotte de begrippen 'volk' en 'strijdgroepen' door elkaar. Wil de auteur een eenheid suggereren tussen beide, die in werkelijkheid veel minder sterk geweest is?

Aanduiding van de thematiek

Informatieve thema's: 1.3. moed
1.4. nation- building
Politieke thema's: 2.2. nationale helden
2.5. bestrijding van imperialisme en
kolonialisme


24. Titelbeschrijving
"K.H.Zainal Mustafa"= 'Kyai Haji Zainal Mustafa' (Kyai = Kiai is de titel voor een leraar in de islam) is geschrteven door M.Saribi Afn met afbeeldingen van Adam Brata in een serie, die vooral Moslim- profeten betreft. Bestemd voor jongeren van 14/15 jaar; de uitgever is Aries Lima- Jakarta. Het betreft de 1e druk van 1984 en kost Rp. 1600,-.

Inhoudsbeschrijving
Grootmoeder vertelt op verzoek van haar kleinkinderen Komariah en Astini over Kyai Haji Zainal Mustafa.
Hij was geestelijk leider van de koranschool Sukamana in Singaparna, West- Java. Hij onderwees op grond van de Islam de gelijkwaardigheid van alle mensen. Daarom zijn wij tegen onderdrukking en kolonialisme vanuit andere landen. Hij wilde niet samenwerken met de Hollanders, hoewel zij hem dat herhaaldelijk vroegen. De overweldiger verarmde ons volk, maar K.H. Zainal Mustafa wilde staan in de lijn van Imam Bonjol, Teuku Umar, e.a. Zijn studenten stonden achter hem, de Hollanders wantrouwden hem, de geheime politie kwam in actie. Op 17 november 1941 wordt hij gevangen gezet in Bandung, maar na 2 maanden weer vrijgelaten. In februari 1943 (? B.) wordt hij opnieuw gearresteerd, maar door de Japanners bevrijd. Hij keert terug als geestelijk leider van de School Sukamanah. Maar het gedrag van het Japanse leger alarmeert hem. Overal lijdt het volk honger; er is zware dwangarbeid. "Wat betekent 'romusha', oma?" vroeg Astini. "Romusha is dwangarbeid zonder betaling. Wie weigerde, kon worden gestraft", antwoordde oma Rubiyah. Het volk durfde niet rechtstreeks te kijken, het Japanse leger stal rijst, karbouwen; er waren besmettelijke ziektes, ongedierte en luizen. Oma droeg ooit kleding van rubber, maar langzaam stortte Japan in.
Japan vormde ook de PETA= Pembala Tanah Air= Verdediger van het vaderland; haar leden werden later voormannen van de TNI.
Schoolkinderen moesten aardnoten zoeken, of ze werden gestraft. Het leger van Japan roofde alle rijkdom voor de overwinning van de Aziatische oorlog. Door zijn oppositie voeren wilden de Japanners K.H.Zainal Mustafa arresteren, maar zijn studenten ontwapenden hen. Op 25 februari 1944 komen troepen o.l.v. de Kempetai- commandant van Tasikmalaya, Kobayashi. K.H. Zainal Mustafa loopt rustig naar hen toe, maar plotseling vallen de studenten o.l.v. haji Najimudin de Japanners aan met de roep :"Allah is groot". Maar Japan is superieur; K.H.Zainal Mustafa wordt gevangen genomen en naar de gevangenis Cipinang in Jakarta gebracht. Op 25 oktober 1944 wordt hij met 21 volgelingen doodgeschoten; hun stoffelijke resten liggen begraven op Ancol in Jakarta. Hij gaf zijn geest voor onze vrijheid tegen onderdrukking.

Illustraties
De illustraties zijn aangepast aan het grote formaat van het boek. Op het omslag stormen studenten met allerlei wapens aan. We zien oma en haar kleinkinderen, dreigende Hollanders, K.H.Zainal Mustafa in de gevangenis, aanvallende Duitsers met een groot hakenkruis, slaande en schoppende Japanse militairen, romusha's, maar steeds een rustige, dominerende Mustafa. De laatste plaat toont zijn terechtstelling.

Commentaar
K.H. Zainal Mustafa was een vooraanstaand inspirator in de moslim- gemeenschap tegen onderdrukking en voor vrijheid van Indonesie. Het boek geeft inzicht in de islamitische rechtvaardiging van het verzet tegen het kolonialisme. Door het lezen groeit de bewustwording van de afstand tussen het Indonesische volk en de Nederlandse aanwezigheid daar: het gaat om de rollen van resp. gekoloniseerde en kolonisator. Wanneer Japan de Hollanders verdreven heeft, blijkt dezelfde rolverdeling te blijven bestaan.Een breekpunt voor de moslim is de eis tot eerbetoon aan de keizer en de buiging naar het oosten: de moslim wendt zich naar Mekka. In elke hotelkamer geeft een pijl die richting aan. En het verbod om een Japanner rechtstreeks aan te kijken accentueert de onderworpenheid. Interessant is het om te weten, dat generaal Sudirman opgeleid is bij de PETA; hoe heeft hij zich opgesteld?
Als oma zegt:"Alle kolonisatoren zijn wreed", veralgemeent zij het beeld van de onderdrukker; Nederland was geen uitzondering. In feite vind ik de beeldvorming van de Japanner ongunstiger in dit boek dan die van de Hollander.
Onder de Japanse bezetting verzwakte de bevolking sterk en de textielschaarste maakte vervangingsmiddelen nodig, b.v. heel dunne lappen rubber voor de sarong of als laken op de bedden; in gesprekken met collega's van de U.I. werd dit bevestigd. Ook het dragen van juten zakken rond het middel kwam veel voor. Gaandeweg ontdekte men, dat Indonesie wel bizonder moeilijke decennia heeft doorgemaakt in deze eeuw: eerst het kolonialisme, daarna de crisisjaren in de wereldeconomie, vervolgens de dwangarbeid van de romusha's en de groeiende armoede tijdens de Japanse bezetting, na '45 de bevrijdingsoorlog tegen Nederland, en de confrontatie- politiek, eerst tegen Maleisie, later tegen Nederland, de periode van de marxistische 'Verelendungspolitiek'. Het land heeft 4 decennia in een diep dal gezeten.
Bij de botsing tussen de studenten van de koranschool en de Japanners kan ik mij niet aan de indruk onttrekken, dat de situatie uit de hand is gelopen door het onbesuisde optreden van haji Najimudin, waarschijnlijk uitgelokt door arrogant optreden van de Japanners.
Het boek ademt de geest van de Nahdatul Ulama en andere orthodoxe stromingen, hoewel het meisje niet gesluierd is afgebeeld. Tenslotte kwam het hakenkruis in een afbeelding op mij nogal onverwacht over. Mijn bezwaar, dat sympathie opgeroepen zou kunnen worden voor het hakenkruis als het symbool van het land, dat Nederland verslagen heeft, werd door Indonesiers afgewezen. Bij hen ontbreken de connotaties rond deze vlag, zoals die bij Nederlanders wel meespelen. Maar vreemd blijft het, dat straatverkopertjes anno 1990/'91 naast andere vlaggetjes ook het hakenkruisvlaggetje te koop aanbieden.

Aanduiding van de thematiek
Politieke thema's : 2.2. nationale helden
2.5. bestrijding van imperialisme en kolonialisme
Gedragsthema's : 3.4. rechtvaardigheid
Karaktervorming : 3.7. godsdienst en tolerantie


25. "Sudirman, a simple man, a great general"= 'Sudirman, een eenvoudige man, een grote generaal' is geschreven door drs. Ayu Sutarto en bestemd voor jongeren van 14/15 jaar oud. De uitgever is Gramedia- Jakarta en het betreft de 2e druk van november 1989. Het boekje is geschreven in het engels en kost Rp. 1200,-.

Inhoudsbeschrijving
Sudirman werd bekend als opperbevelhebber van de TNI. Hij kwam van Bodas Karang Jati in de residentie Banyumas op Midden- Java. De assistent- wedono van Rembang adopteerde hem als kind; zijn moeder was een zuster van de echtgenote van Pak Cokrosunaryo. Hij werd geboren op 24 januari 1916 en Pak Cokro gaf hem de naam Sudirman.
Op school studeerde hij hard; hij maakte veel vrienden; thuis verzorgde hij oa. de tuin. Sudirman bleef eenvoudig ondanks de belangrijke positie van zijn vader. Hij maakte de keuken schoon en vrijdags ging hij naar de moskee. Later ging hij in Cilacap bij de padvinderij. Hij bezat verantwoordelijkheidsgevoel, wilde zich harden en studeerde na de junior- highschool aan een kweekschool. Als hoofdonderwijzer overlegde hij eerst met anderen en nam pas een beslissing. Hij werd door de Japanners getraind bij de PETA en kreeg zo veel militair inzicht.
Op 17 augustus 1945 werd Indonesie onafhankelijk; de geallieerden kwamen om de Japanners terug te brengen naar Japan. Maar met hen kwamen de Hollanders, die ons de vrijheid weer wilden afnemen.
Sudirman werd kolonel bij de TKR= Tentara Keamanan Rakyat= het leger tot bescherming van het volk. Hij bestreed de geallieerden in Magelang en Ambarawa; Ambarawa was de deur naar Yogyakarta en hij versloeg de geallieerden.
In 1947 wilde de regering alle strijdgroepen samenvoegen tot een leger; Sudirman slaagde er in de TNI te vormen. Pak Dirman was zeer geliefd bij zijn soldaten; hij was voorstander van de eenheid tussen leger en volk: zij zijn als de vis in het water. Deze gedachte van Sudirman is een van de belangrijkste kenmerken van het huidige Indonesie.
In december 1948 vielen de Hollanders Yogyakarta aan; zij probeerden de zieke Pak Dirman te pakken, maar deze zwierf met zijn soldaten 1900 km. in 7 maanden; hij gaf alles voor de guerilla. Als kind en als generaal bleef hij eenvoudig; hij wilde geen weelde. Zijn dochter was officier in het leger, maar niemand wist, dat zij de dochter van Sudirman was. (1.B.) In maart 1949 moest hij terug naar Yogyakarta. Op10 juli 1949 was er een parade van alle guerilla's voor Pak Dirman op de Jalan Malioboro. Hij was erg ziek; men huilde en had tranen in de ogen. Op 5 oktober was de verjaardiag van het Indonesische leger. Op 29 januari 1950 overleed Pak Dirman in Magelang. Allen, volk en leger, namen afscheid van hem:"Vaarwel, onze grote generaal, wij zullen uw voorbeeld volgen".

Illustraties
Het kleurrijke omslag toont generaal Sudirman in diverse situaties, oa. zittend in een draagstoel, omdat hij uitermate verzwakt was. In het boekje zien we een biddende Sudirman, de plechtigheid waarbij hij tot opperbevelhebber wordt benoemd, Sudirman bij zijn soldaten en de afscheidsparade op de Jalan Malioboro. Zijn omgeving is erg eenvoudig afgebeeld.

Commentaar
In de beschrijving van Sudirman staan zijn geloof en eenvoudige levenswandel voorop. De indruk lijkt gerechtvaardigd, dat hij, als zijn ziekte, tbc, hem niet geveld had, een strenge moslim zou zijn geworden, die moeite zou hebben gehad met de grote tolerantie in het moderne Indonesie.
Interessant is, dat Sudirman na augustus '45 in Ambarawa geweest is. Daar werd in 1945 de achterneef van Eduard Douwesdekker ter plaatse door leden van strijdgroepen doodgeslagen; dit pro- Indonesische familielid hoorde als 'belanda' in een kamp thuis.(1)
Belangwekkend is zijn opmerking over :'de vis in het water': de guerilla als uitdrukking van de volkswil. Of dit anno 1991 nog zo is t.o.v. de Abri weet ik niet; zeker heeft men in bepaalde kringen na 40 jaar afstand genomen van zijn ascetisme als levenshouding. Buiten kijf staat, dat Sudirman een grote persoonlijkheid is geweest met een sterke uitstraling naar de bevolking toe; hij is in enkele jaren volledig opgebrand. Ik herinner mij, dat hij in die jaren op Nederlandse militairen een legendarische indruk maakte. Militair- organisatorisch is zijn prestatie om te komen tot een samenhangende TNI, van groot formaat. Ook logistiek en op het gebied van de verbindingen werd hier indrukwekkend gepresteerd. Maar of Sudirman op grond van zijn machtspositie politiek steeds goed geopereerd heeft, blijft de vraag (2).

Aanduiding van de thematiek
Informatieve thema's : 1.3 moed
Politieke thema's : 2.2 nationale helden
2.4 loyaliteit tegenover: 2.4.1 het leger
2.4.2 de politie
Gedragsthema's, : het is niet goed mogelijk een enkel sub-thema aan te wijzen.
karaktervorming

Monday, April 14, 2008

Het Nederlands imperialisme en kolonialisme in het moderne, Indonesische kinderboek 5

16. Titelbeschrijving
"Pak Pos"= 'De postbode'; een prentenboek, samengesteld door Tin Tigabelas en illustraties van Chandra; de uitgever is Mandira- Senarang; het betreft de 5e druk van 1990 en kost Rp. 1100,-.

Inhoudsbeschrijving
Pak Udin werkt op het postkantoor en bezorgt de brieven. Hij is blij, dat de mensen hun post goed bezorgd krijgen. Hij rust eens wat uit en praat met schoolkinderen over het bezorgen.
Maar dan raakt Pak Udin onder een vrachtwagen. De kinderen zorgen, dat hij in het ziekenhuis komt, waar zijn wonden verzorgd worden. De kinderen bezorgen de overige brieven van Pak Udin.

Illustraties
De platen ondersteunen de tekst, maar zijn van tamelijk geringe kwaliteit.

Commentaar
Het lezertje ontdekt al op jonge leeftijd, dat allerlei beroepen belangrijk zijn en zorgvuldig moeten worden uitgeoefend. Het prentenboek past helemaal in de sfeer van 'wij vormen een gemeenschap' en van de aansporing aan allen om goed te werken.


17. Titelbeschrijving
"Musim layang layang"= 'Vliegertijd'; geschreven door Mas Bilal met illustraties van A.Resintha. Het is bestemd voor de onderbouw en middenbouw van de lagere school. De uitgever is Mandira- Semarang; het betreft de 4e druk van 1990 en kost Rp. 600,-.

Inhoudsbeschrijving
Na de natte moesson praten de kinderen, overwegend jongens, in het dorp wat te doen. Dan verschijnen er plotseling vliegers in allerlei kleuren en vormen. Er raken er met elkaar verward en vallen naar beneden. Kinderen rennen er naar toe, waarbij een van hen bijna onder een auto komt; een andere vlieger hangt in de draden van het electriciteitsnet. Vaders en moeders zijn boos op hun kinderen, maar alles loopt gelukkig goed af.

Illustraties
De bijbehorende platen laten roekeloze kinderen, vermanende ouders en schuldbewuste kinderen zien, maar alles eindigt met vrolijke kinderen. De platen kunnen ingekleurd worden.

Commentaar
Het probleem van het verkeer is overal hetzelfde, evenals dat van de gevaren verbonden met electriciteit. Toch zijn er opvallende trekjes in het verhaal.
Verantwoord gedrag en een goede verkeersopvoeding, ook door de ouders, is gemeenschappelijk.Maar de afbeelding van kinderen, die overduidelijk schuldbewust het hoofd diep buigen, is karakteristiek voor de moraliserende tendens in het Indonesische kinderboek. Het boekje is weinig kritisch tegenover het verkeer en tegenover de gevaren in de moderne samenleving. De 'schuld' wordt vooral bij het kind gelegd en te weinig bij de volwassene, die deze omgeving misschien kind- onvriendelijk heeft gemaakt, zeker in steden als Jakarta.
Is er in de Pancasila en in haar pedagogische uitwerking soms te weinig aandacht voor het spelende kind en te sterke aandacht voor formeel, aangepast verdrag? Wordt zelfstandig gedrag teveel beschouwd als deviant gedrag?
Het boekje is van eenvoudige kwaliteit.

18. Titelbeschrijving
"Ani menjadi pramuka"= 'Ani wordt padvinder'; geschreven door Yanthi S. met illustraties van Djoni S. Het is geschikt voor de middenbouw van de lagere school en uitgegeven door Mandira- Semarang. Het betreft de 3e druk van 1988 en kost Rp. 1100,-.

Inhoudsbeschrijving
Ani gaat met Ati en Ari naar de padvinderij. Zij wil lid worden en de verkenner is daar blij om. Maar zij draagt nog geen uniform. Zij leert de twee beloften en plichten uit het hoofd.
Thuis vertelt zij , dat zij padvinder wil worden; vader en moeder stimuleren haar om een goed lid te worden.
Bij de installatie staat de vlag in het midden. Ani gaat op haar beurt naar het midden van de kring en zegt de belofte van de padvinder op. Yanda zet haar de cap op het hoofd. Nu is Ani een padvinder van Indonesie; zij is paraat om te helpen en te werken. Vader, moeder en haar 2 broers zijn trots.

Illustraties
Op de platen staan de verschillende momenten afgebeeld van het toetreden van Ani tot de padvinderij. Zij zijn van goede kwaliteit; de shawls en strikken zijn alle rood- wit.

Commentaar
Het woord "Pramuka" is een afkorting van 'Praja muda karana': Territorium van de jongeren.
Of de Indonesische padvinder sterk afwijkt van het internationale patroon, is moeilijk aan te geven. Het nationale kader, de Pancasila, is merkbaar in de kleuren van shawls en halsdoeken. Het laatste blad spreekt ook duidelijk over Ani als een lid van de Indonesische organisatie.
Padvinder kan gemakkelijk een instrument zijn om de Indonesische identiteit te ontwikkelen, als instrument voor 'nation- building'.

19.
Titelbeschrijving
"Untung Surapati"= De Geluksbrenger Surapati; is geschreven door Deddy Armand in de serie Nationale helden; de uitgever is Garuda Metropolitan- Press, Jakarta;het betreft de 2e druk van 1987 en kost Rp. 1200,-. Voor de leeftijdsgroep in het V.O.

Inhoudsbeschrijving
In het 'Voorwoord' van de uitgever staat, dat de serie aansluiting zoekt bij de doelstellingen van de Pancasila; zie ook de hierna besproken uitgaven.

Op Bali overvallen zeerovers een dorp en moorden een adellijke familie uit, behalve het zoontje, de latere Untung Surapati. In Makassar wordt het verkocht als slaaf aan de VOC.- employe Moor; het wordt de metgezel van Suzanna, het dochtertje van Moor. Deze ervaart de aanwezigheid van het jongetje in zijn gezin als 'gelukbrengend'; vandaar de naam. Het is bescheiden en welgemanierd.
Een keerpunt in zijn leven is, als hij getuige is van de geseling van een inheemse gevangene vanwege een gering vergrijp. Hij zoekt contact met de inheemse bevolking en krijgt les in zelfverdediging. Tussen Suzanna en Untung ontstaat een liefdesrelatie. Moor wordt woedend en laat Untung in de gevangenis werpen.
Er komt een ommekeer in zijn leven en hij ontsnapt met anderen. Dan organiseert hij het verzet tegen de Compagnie, maar hij bestrijdt ook rovers o.a. in Depok. Zo ontstaat er een band tussen het volk en de groep van Untung; hij krijgt de titel Suraputi en heet dan Untung Suraputi.
Toch lijkt er een overeenkomst in de lucht te zitten met de Compagnie, maar door arrogant gedrag van een Hollandse officier laait de strijd weer op. Untung Suraputi trekt naar Midden- Java en helpt de Bupati van Banyumas; deze was uitgeweken naar Mataram. Sunan Cimankutar II bevordert, dat Untung lid wordt van de kraton. Maar de Kompeni stuurt militairen om hem gevangen te nemen. Untung en zijn groep, gekleed in het wit, zijn bereid tot een strijd tot in de dood. In 1706 valt de Kompeni de versterking Bangil aan. Aan beide zijden vallen veel doden; ook de prinsen sneuvelen. Untung raakt gewond, wordt naar Pasuruan gebracht, waar hij op 5 november 1706 sterft. Hij wordt geeerd met de titel "Nationale held".

Illustraties
De illustratie op het omslag toont een prins, die vastberaden met een kris de toekomst tegemoet treedt. Er is een ontwapenende plaat van Suzanna Moor met Untung, van een wrede geseling, het gevangenisleven, een benteng, over gevechten en de dood van Untung. Op alle platen is Untung vorstelijk en vastberaden.

Commentaar
Kenmerkend voor de beschrijving van de gezinssituatie bij Moor is, dat hij goed is voor Untung, dat de relatie tussen Suzanna en Untung zich verdiept tot een liefdesrelatie, maar dat de slaven het slecht hebben en de kleurbarriere onoverkomelijk is.De houding tegenover de Hollander is ambivalent: het gaat in het verhaal tegen de kolonisatie en het racisme in de Hollandse houding. De lijfstraffen zijn buiten proportie.
Untung Surapati past volledig in de beeldvorming van de Javaanse feodaliteit: waar hij komt, brengt hij voorspoed en rechtvaardigheid. Bovendien is hij vlijtig, bescheiden en koestert eerbied voor ouderen. Surapati beschermt het volk tegen rovers, is een met het volk en zijn guerilla vindt steun in het volk. In zijn persoon manifesteert zich het goede in het volk.
De VOC vormt daarvoor een bedreiging: zij bewerkstelligt de ondergang van Untung Surapati en andere vorstendommen; haar optreden is wreed.
Historisch heeft het verzet van de Javaanse vorsten een verklaarbare achtergrond: de strategie van de VOC was er op gericht de handelspositie te versterken en om via de havensteden de handel over zee te beheersen. Daardoor werden de vorstendommen economisch gewurgd en de bevolking bedreigd in haar betrekkelijke welvaart. De Kompenie is het kwaad, dat de vorsten en het volk bedreigt. De parallel tussen de klassieke wayang en het moderne jeugdboek is herkenbaar.
De roversbende bij Banyumas doet denken aan een 'ketjoe- geschiedenis' op Midden- Java.

De witte kleding, die Untung aan het slot draagt, is magisch, symbolisch geladen: Untung is voorbereid om te sterven.

20.Titelbeschrijving
Tuanku Imam Bonjol"= Vorst Imam van Bonjol is geschreven door R.M.Buya in de serie "Helden van Indonesie" en bestemd voor jongeren in het voortgezet onderwijs. De uitgever is Sarana Panca Karya; het betreft de 1e druk van 1987 en kost Rp.800,-.

Inhoudsbeschrijving
In het 'Voorwoord' schrijft de uitgever, dat de "Perang Paderi", de oorlog van de streng- gelovige moslims in Minangkabau aanvankelijk een onenigheid was tussen de geloofsgemeenschap en de adat- groep. Maar het karakter verandert, doordat de kolonisator het geschil aanwendt voor zijn eigen belang: de Hollanders steunen de adat- groep. Zo ontstaat de echte "perang- Paderi", de oorlog met de onderdrukker. De Paderi strijden voor de grondlegging van de Islam en de souverreiniteit over Minangkabau.
De Paderi= de godsdienstleraren in de Islam willen de slechte gewoontes, verbonden aan de adat, verbieden: dobbelen, opiumschuiven, arak drinken, hanengevechten, desnoods door bestraffing met de doodstraf. Hun leden worden ook 'witte mensen' genoemd door hun witte kleding, waarmee ze zich onderscheidden van de adat- getrouwe groep.
In 1821 vroegen de Minangkabause vorsten steun aan de Hollanders tegen de Paderi, die de overwinning dreigden te behalen. In een langdurige oorlog, waarbij de Hollanders een gevoelige nederlaag leden, werd in 1837 Bonjol door hen veroverd. In augustus 1837 wordt Tuanku Imam Bonjol gevangen genomen en verbannen naar Ambon, later naar Menado. "Na gedurende 92 jaar de lucht van de Archipel te hebben ingeademd" sterft hij op dinsdag 6 november 1864.

Illustraties
Op het slap kartonnen, maar kleurige omslag domineert het gelaat van Tuanku Imam Bonjol, omlijst door harde gevechtssituaties tussen zijn volgelingen en Hollandse soldaten. In het boekje zijn de illustraties zwart- wit, te beginnen met een portret van Tuanku Imam Bonjol, met edele gelaatstrekken. Daartegenover zijn er komische, grove uitbeeldingen van die mensen, die vasthouden aan de adat en slechte gebruiken. De Paderi steken daar gunstig bij af.
De afbeelding van de Hollandse nederlaag in 1823 laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Het ruwe gedrag van de Kompeni blijkt bij de ondervraging van de echtgenote van de Tuanku Imam, terwijl diens gevangenneming omlijst is door vele gedode Hollandse soldaten.

Commentaar
Het thema: de Paderi- oorlog in Minangkabau is erg interessant. Het woord 'paderi' gaat waarschijnlijk terug op 'pidari', een man uit Pedir, dat op de route van Arabie naar Midden- Sumatra ligt: een padri is een haji.
De Islamitische stroming in Minangkabau is toen sterk beinvloed door de Wahhabieten in Arabie en kenmerkt zich door een een- dimensionale waarheidsbeleving. Zij traden daar gewapenderhand op tegen andersdenkende Arabieren., maar werden verdreven(1). Parallel aan dat gedrag zocht de Paderi- groep de gewapende strijd tegen de adat- groep; het optreden zou meermalen gekenmerkt zijn door wreedheid. Opmerkelijk is, dat in het boek de vorsten van Minangkabau op een na in een gevecht gedood werden, terwijl de encyclopedie voornoemd zegt, dat zij op een vooraf vastgestelde plaats bijeen kwamen voor een gesprek met de Paderi- groep, vervolgens verraderlijk overvallen en op een na vermoord werden. Hun verzoek om hulp aan de Hollanders is dan begrijpelijker, al moet worden erkend, dat de Kompenie haat eigen oogmerken met de interventie had, nl. de onderwerping van Minangkabau. De Paderi waren soms extreem in hun eisen: zo wilden zij afsachaffing van het matriarchaat, de vrouwen mochten geen zwierige, ruime kleding dragen, maar lange sarongs en zij moesten gesluierd gaan, zoals op de afbeelding van de echtgenote van Tuanku Imam Bonjol te zien is. Hun strijd tegen misstanden wordt extreem door de doodstraf. Een negatieve tegenover een positieve uitbeelding is, dat de adatgroep een grove, komische, domme fysionomie heeft, zelfs de gevluchte vorst, maar de Paderi- voormannen verfijnder, beschaafder weergegeven worden.
Dat het Hollanse bewind provocerend optrad , ook in de Padangse Bovenlanden, bewijst het bewust opnieuw invoeren van de opiumhandel na een verbod en tegen de wil van de hoofden in! (2) De onderschriften onder de plaatjes zijn soms tendentieus: onder een tekening over de slechte gewoontes staat bv., dat de hoofden zelf het slechte voorbeeld gaven; onder de plaat van de komische, vluchtende Raja Muningsyah:"De vorsten werden gedood." En bij de slotfase van de strijd:"Niettemin waren er niet weinig vijandelijke soldaten, die in geraamten veranderden." De sympathie van de auteur gaat duidelijk uit naar de Tuanku Imam, zijn minachting treft de vorsten van Minangkabau, en voor de hand liggend, koestert hij afkeer van de Hollandse kolonisator.
De verbanning van de vorst naar Menado, evenals andere verbanningen in de nog te bespreken boeken, zoals naar Java, doen twijfel rijzen aan het beeld van een Indonesische verzet tegen Holland; er is eerder sprake van regionale oorlogen, die in ruimte en tijd ver uiteen en geisoleerd plaats vonden. Toch is de vraag interessant, of er in de ruimte van Midden- en Noord- Sumatra verbanden zijn geweest tussen de Paderi- oorlog, die in 1840 eindigde en de kort daarna beginnende Aceh- oorlog.