Piet Buddingh'

Monday, April 14, 2008

Het Nederlands imperialisme en kolonialisme in het moderne, Indonesische kinderboek 5

16. Titelbeschrijving
"Pak Pos"= 'De postbode'; een prentenboek, samengesteld door Tin Tigabelas en illustraties van Chandra; de uitgever is Mandira- Senarang; het betreft de 5e druk van 1990 en kost Rp. 1100,-.

Inhoudsbeschrijving
Pak Udin werkt op het postkantoor en bezorgt de brieven. Hij is blij, dat de mensen hun post goed bezorgd krijgen. Hij rust eens wat uit en praat met schoolkinderen over het bezorgen.
Maar dan raakt Pak Udin onder een vrachtwagen. De kinderen zorgen, dat hij in het ziekenhuis komt, waar zijn wonden verzorgd worden. De kinderen bezorgen de overige brieven van Pak Udin.

Illustraties
De platen ondersteunen de tekst, maar zijn van tamelijk geringe kwaliteit.

Commentaar
Het lezertje ontdekt al op jonge leeftijd, dat allerlei beroepen belangrijk zijn en zorgvuldig moeten worden uitgeoefend. Het prentenboek past helemaal in de sfeer van 'wij vormen een gemeenschap' en van de aansporing aan allen om goed te werken.


17. Titelbeschrijving
"Musim layang layang"= 'Vliegertijd'; geschreven door Mas Bilal met illustraties van A.Resintha. Het is bestemd voor de onderbouw en middenbouw van de lagere school. De uitgever is Mandira- Semarang; het betreft de 4e druk van 1990 en kost Rp. 600,-.

Inhoudsbeschrijving
Na de natte moesson praten de kinderen, overwegend jongens, in het dorp wat te doen. Dan verschijnen er plotseling vliegers in allerlei kleuren en vormen. Er raken er met elkaar verward en vallen naar beneden. Kinderen rennen er naar toe, waarbij een van hen bijna onder een auto komt; een andere vlieger hangt in de draden van het electriciteitsnet. Vaders en moeders zijn boos op hun kinderen, maar alles loopt gelukkig goed af.

Illustraties
De bijbehorende platen laten roekeloze kinderen, vermanende ouders en schuldbewuste kinderen zien, maar alles eindigt met vrolijke kinderen. De platen kunnen ingekleurd worden.

Commentaar
Het probleem van het verkeer is overal hetzelfde, evenals dat van de gevaren verbonden met electriciteit. Toch zijn er opvallende trekjes in het verhaal.
Verantwoord gedrag en een goede verkeersopvoeding, ook door de ouders, is gemeenschappelijk.Maar de afbeelding van kinderen, die overduidelijk schuldbewust het hoofd diep buigen, is karakteristiek voor de moraliserende tendens in het Indonesische kinderboek. Het boekje is weinig kritisch tegenover het verkeer en tegenover de gevaren in de moderne samenleving. De 'schuld' wordt vooral bij het kind gelegd en te weinig bij de volwassene, die deze omgeving misschien kind- onvriendelijk heeft gemaakt, zeker in steden als Jakarta.
Is er in de Pancasila en in haar pedagogische uitwerking soms te weinig aandacht voor het spelende kind en te sterke aandacht voor formeel, aangepast verdrag? Wordt zelfstandig gedrag teveel beschouwd als deviant gedrag?
Het boekje is van eenvoudige kwaliteit.

18. Titelbeschrijving
"Ani menjadi pramuka"= 'Ani wordt padvinder'; geschreven door Yanthi S. met illustraties van Djoni S. Het is geschikt voor de middenbouw van de lagere school en uitgegeven door Mandira- Semarang. Het betreft de 3e druk van 1988 en kost Rp. 1100,-.

Inhoudsbeschrijving
Ani gaat met Ati en Ari naar de padvinderij. Zij wil lid worden en de verkenner is daar blij om. Maar zij draagt nog geen uniform. Zij leert de twee beloften en plichten uit het hoofd.
Thuis vertelt zij , dat zij padvinder wil worden; vader en moeder stimuleren haar om een goed lid te worden.
Bij de installatie staat de vlag in het midden. Ani gaat op haar beurt naar het midden van de kring en zegt de belofte van de padvinder op. Yanda zet haar de cap op het hoofd. Nu is Ani een padvinder van Indonesie; zij is paraat om te helpen en te werken. Vader, moeder en haar 2 broers zijn trots.

Illustraties
Op de platen staan de verschillende momenten afgebeeld van het toetreden van Ani tot de padvinderij. Zij zijn van goede kwaliteit; de shawls en strikken zijn alle rood- wit.

Commentaar
Het woord "Pramuka" is een afkorting van 'Praja muda karana': Territorium van de jongeren.
Of de Indonesische padvinder sterk afwijkt van het internationale patroon, is moeilijk aan te geven. Het nationale kader, de Pancasila, is merkbaar in de kleuren van shawls en halsdoeken. Het laatste blad spreekt ook duidelijk over Ani als een lid van de Indonesische organisatie.
Padvinder kan gemakkelijk een instrument zijn om de Indonesische identiteit te ontwikkelen, als instrument voor 'nation- building'.

19.
Titelbeschrijving
"Untung Surapati"= De Geluksbrenger Surapati; is geschreven door Deddy Armand in de serie Nationale helden; de uitgever is Garuda Metropolitan- Press, Jakarta;het betreft de 2e druk van 1987 en kost Rp. 1200,-. Voor de leeftijdsgroep in het V.O.

Inhoudsbeschrijving
In het 'Voorwoord' van de uitgever staat, dat de serie aansluiting zoekt bij de doelstellingen van de Pancasila; zie ook de hierna besproken uitgaven.

Op Bali overvallen zeerovers een dorp en moorden een adellijke familie uit, behalve het zoontje, de latere Untung Surapati. In Makassar wordt het verkocht als slaaf aan de VOC.- employe Moor; het wordt de metgezel van Suzanna, het dochtertje van Moor. Deze ervaart de aanwezigheid van het jongetje in zijn gezin als 'gelukbrengend'; vandaar de naam. Het is bescheiden en welgemanierd.
Een keerpunt in zijn leven is, als hij getuige is van de geseling van een inheemse gevangene vanwege een gering vergrijp. Hij zoekt contact met de inheemse bevolking en krijgt les in zelfverdediging. Tussen Suzanna en Untung ontstaat een liefdesrelatie. Moor wordt woedend en laat Untung in de gevangenis werpen.
Er komt een ommekeer in zijn leven en hij ontsnapt met anderen. Dan organiseert hij het verzet tegen de Compagnie, maar hij bestrijdt ook rovers o.a. in Depok. Zo ontstaat er een band tussen het volk en de groep van Untung; hij krijgt de titel Suraputi en heet dan Untung Suraputi.
Toch lijkt er een overeenkomst in de lucht te zitten met de Compagnie, maar door arrogant gedrag van een Hollandse officier laait de strijd weer op. Untung Suraputi trekt naar Midden- Java en helpt de Bupati van Banyumas; deze was uitgeweken naar Mataram. Sunan Cimankutar II bevordert, dat Untung lid wordt van de kraton. Maar de Kompeni stuurt militairen om hem gevangen te nemen. Untung en zijn groep, gekleed in het wit, zijn bereid tot een strijd tot in de dood. In 1706 valt de Kompeni de versterking Bangil aan. Aan beide zijden vallen veel doden; ook de prinsen sneuvelen. Untung raakt gewond, wordt naar Pasuruan gebracht, waar hij op 5 november 1706 sterft. Hij wordt geeerd met de titel "Nationale held".

Illustraties
De illustratie op het omslag toont een prins, die vastberaden met een kris de toekomst tegemoet treedt. Er is een ontwapenende plaat van Suzanna Moor met Untung, van een wrede geseling, het gevangenisleven, een benteng, over gevechten en de dood van Untung. Op alle platen is Untung vorstelijk en vastberaden.

Commentaar
Kenmerkend voor de beschrijving van de gezinssituatie bij Moor is, dat hij goed is voor Untung, dat de relatie tussen Suzanna en Untung zich verdiept tot een liefdesrelatie, maar dat de slaven het slecht hebben en de kleurbarriere onoverkomelijk is.De houding tegenover de Hollander is ambivalent: het gaat in het verhaal tegen de kolonisatie en het racisme in de Hollandse houding. De lijfstraffen zijn buiten proportie.
Untung Surapati past volledig in de beeldvorming van de Javaanse feodaliteit: waar hij komt, brengt hij voorspoed en rechtvaardigheid. Bovendien is hij vlijtig, bescheiden en koestert eerbied voor ouderen. Surapati beschermt het volk tegen rovers, is een met het volk en zijn guerilla vindt steun in het volk. In zijn persoon manifesteert zich het goede in het volk.
De VOC vormt daarvoor een bedreiging: zij bewerkstelligt de ondergang van Untung Surapati en andere vorstendommen; haar optreden is wreed.
Historisch heeft het verzet van de Javaanse vorsten een verklaarbare achtergrond: de strategie van de VOC was er op gericht de handelspositie te versterken en om via de havensteden de handel over zee te beheersen. Daardoor werden de vorstendommen economisch gewurgd en de bevolking bedreigd in haar betrekkelijke welvaart. De Kompenie is het kwaad, dat de vorsten en het volk bedreigt. De parallel tussen de klassieke wayang en het moderne jeugdboek is herkenbaar.
De roversbende bij Banyumas doet denken aan een 'ketjoe- geschiedenis' op Midden- Java.

De witte kleding, die Untung aan het slot draagt, is magisch, symbolisch geladen: Untung is voorbereid om te sterven.

20.Titelbeschrijving
Tuanku Imam Bonjol"= Vorst Imam van Bonjol is geschreven door R.M.Buya in de serie "Helden van Indonesie" en bestemd voor jongeren in het voortgezet onderwijs. De uitgever is Sarana Panca Karya; het betreft de 1e druk van 1987 en kost Rp.800,-.

Inhoudsbeschrijving
In het 'Voorwoord' schrijft de uitgever, dat de "Perang Paderi", de oorlog van de streng- gelovige moslims in Minangkabau aanvankelijk een onenigheid was tussen de geloofsgemeenschap en de adat- groep. Maar het karakter verandert, doordat de kolonisator het geschil aanwendt voor zijn eigen belang: de Hollanders steunen de adat- groep. Zo ontstaat de echte "perang- Paderi", de oorlog met de onderdrukker. De Paderi strijden voor de grondlegging van de Islam en de souverreiniteit over Minangkabau.
De Paderi= de godsdienstleraren in de Islam willen de slechte gewoontes, verbonden aan de adat, verbieden: dobbelen, opiumschuiven, arak drinken, hanengevechten, desnoods door bestraffing met de doodstraf. Hun leden worden ook 'witte mensen' genoemd door hun witte kleding, waarmee ze zich onderscheidden van de adat- getrouwe groep.
In 1821 vroegen de Minangkabause vorsten steun aan de Hollanders tegen de Paderi, die de overwinning dreigden te behalen. In een langdurige oorlog, waarbij de Hollanders een gevoelige nederlaag leden, werd in 1837 Bonjol door hen veroverd. In augustus 1837 wordt Tuanku Imam Bonjol gevangen genomen en verbannen naar Ambon, later naar Menado. "Na gedurende 92 jaar de lucht van de Archipel te hebben ingeademd" sterft hij op dinsdag 6 november 1864.

Illustraties
Op het slap kartonnen, maar kleurige omslag domineert het gelaat van Tuanku Imam Bonjol, omlijst door harde gevechtssituaties tussen zijn volgelingen en Hollandse soldaten. In het boekje zijn de illustraties zwart- wit, te beginnen met een portret van Tuanku Imam Bonjol, met edele gelaatstrekken. Daartegenover zijn er komische, grove uitbeeldingen van die mensen, die vasthouden aan de adat en slechte gebruiken. De Paderi steken daar gunstig bij af.
De afbeelding van de Hollandse nederlaag in 1823 laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Het ruwe gedrag van de Kompeni blijkt bij de ondervraging van de echtgenote van de Tuanku Imam, terwijl diens gevangenneming omlijst is door vele gedode Hollandse soldaten.

Commentaar
Het thema: de Paderi- oorlog in Minangkabau is erg interessant. Het woord 'paderi' gaat waarschijnlijk terug op 'pidari', een man uit Pedir, dat op de route van Arabie naar Midden- Sumatra ligt: een padri is een haji.
De Islamitische stroming in Minangkabau is toen sterk beinvloed door de Wahhabieten in Arabie en kenmerkt zich door een een- dimensionale waarheidsbeleving. Zij traden daar gewapenderhand op tegen andersdenkende Arabieren., maar werden verdreven(1). Parallel aan dat gedrag zocht de Paderi- groep de gewapende strijd tegen de adat- groep; het optreden zou meermalen gekenmerkt zijn door wreedheid. Opmerkelijk is, dat in het boek de vorsten van Minangkabau op een na in een gevecht gedood werden, terwijl de encyclopedie voornoemd zegt, dat zij op een vooraf vastgestelde plaats bijeen kwamen voor een gesprek met de Paderi- groep, vervolgens verraderlijk overvallen en op een na vermoord werden. Hun verzoek om hulp aan de Hollanders is dan begrijpelijker, al moet worden erkend, dat de Kompenie haat eigen oogmerken met de interventie had, nl. de onderwerping van Minangkabau. De Paderi waren soms extreem in hun eisen: zo wilden zij afsachaffing van het matriarchaat, de vrouwen mochten geen zwierige, ruime kleding dragen, maar lange sarongs en zij moesten gesluierd gaan, zoals op de afbeelding van de echtgenote van Tuanku Imam Bonjol te zien is. Hun strijd tegen misstanden wordt extreem door de doodstraf. Een negatieve tegenover een positieve uitbeelding is, dat de adatgroep een grove, komische, domme fysionomie heeft, zelfs de gevluchte vorst, maar de Paderi- voormannen verfijnder, beschaafder weergegeven worden.
Dat het Hollanse bewind provocerend optrad , ook in de Padangse Bovenlanden, bewijst het bewust opnieuw invoeren van de opiumhandel na een verbod en tegen de wil van de hoofden in! (2) De onderschriften onder de plaatjes zijn soms tendentieus: onder een tekening over de slechte gewoontes staat bv., dat de hoofden zelf het slechte voorbeeld gaven; onder de plaat van de komische, vluchtende Raja Muningsyah:"De vorsten werden gedood." En bij de slotfase van de strijd:"Niettemin waren er niet weinig vijandelijke soldaten, die in geraamten veranderden." De sympathie van de auteur gaat duidelijk uit naar de Tuanku Imam, zijn minachting treft de vorsten van Minangkabau, en voor de hand liggend, koestert hij afkeer van de Hollandse kolonisator.
De verbanning van de vorst naar Menado, evenals andere verbanningen in de nog te bespreken boeken, zoals naar Java, doen twijfel rijzen aan het beeld van een Indonesische verzet tegen Holland; er is eerder sprake van regionale oorlogen, die in ruimte en tijd ver uiteen en geisoleerd plaats vonden. Toch is de vraag interessant, of er in de ruimte van Midden- en Noord- Sumatra verbanden zijn geweest tussen de Paderi- oorlog, die in 1840 eindigde en de kort daarna beginnende Aceh- oorlog.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home